Een klager komt bij de vertrouwenspersoon en geeft aan slachtoffer te zijn van intimidatie door zijn leidinggevende. Hij dreigt hem te pas en te onpas te ontslaan als hij niet doet wat hij zegt (terwijl sommige opdrachten toch echt niet tot zijn werkzaamheden behoren) en bovendien voelt hij zich gekleineerd door de wijze waarop hij soms tegen hem tekeer gaat. Hij roept dan dingen als: “Wat ben je toch ook een eikel. Ik moet ook alles twee keer uitleggen bij jou!”
Deze situatie speelt al ruim een jaar maar de klager durft er nu pas mee naar de vertrouwenspersoon.
De klager heeft in eerste instantie na overleg met de vertrouwenspersoon besloten om hierover het gesprek met de leidinggevende aan te gaan en hem te vertellen dat hij zich zeer stoort aan de manier waarop de leidinggevende communiceert. Samen met de vertrouwenspersoon bereidt hij dit gesprek voor.
Het gesprek levert helaas niet op wat de klager ervan verwachtte. Sterker, de leidinggevende stelt dat de werknemer blijkbaar een conflict ervaart tussen hen beiden en dat dit wel eens tot een onwerkbare situatie zou kunnen leiden. Of de werknemer daar nog eens goed over wil nadenken. Daarmee beëindigde hij het gesprek.
Er volgt een nieuw gesprek met de vertrouwenspersoon. De klager is ten einde raad en vraagt of de vertrouwenspersoon wil bemiddelen. Hij vertelt dat er al eens eerder zo’n situatie heeft plaatsgevonden met een collega en die is uiteindelijk ontslagen. De klager wil niet in dezelfde situatie terecht komen.

Het is logisch dat een klager hier een beroep doet op de vertrouwenspersoon om te bemiddelen. De medewerker vreest immers voor zijn baan en is er alles aan gelegen dat er wordt gede-escaleerd. Toch ligt hier een bemiddelingspoging door een vertrouwenspersoon wat ons betreft niet voor de hand.
In deze zaak lijkt de leidinggevende er namelijk in het geheel niet op uit om de zaak kleiner te maken. Sterker, het lijkt er eerder op dat hij erop uit is om de medewerker uit het bedrijf te werken. Er is sprake van verregaande intimidatie en na een poging tot een gesprek escaleert het in feite alleen maar.
Wat hier van belang is, is dat het ongewenste gedrag stopt. Gezien de werkwijze van de leidinggevende, vraagt dat het innemen van positie door de vertrouwenspersoon. Hij zal de werknemer dienen te ondersteunen door achter hem te gaan staan. Dit kan wel door bijvoorbeeld mee te gaan naar een gesprek en hem daarin te steunen of de klager te ondersteunen bij het indienen van een klacht (bijvoorbeeld bij iemand hoger in de lijn).

Meer informatie over bemiddelen? Zie onze workshop: Bemiddelen in de klachtafhandeling

Of wilt u liever de vertrouwenspersoon zijn die de klager kan begeleiden in deze situatie? Volg dan onze cursus vertrouwenspersoon en wie weet kunt u werknemers helpen met bemiddelen!